Als je de afgelopen 10 jaar op de Oosterschelde hebt rondgevaren, dan heb je vast eens een zeehand of een bruinvis gezien. De Zeehand ligt vaak wat lui op de plaats van het Engels Vaarwater. De kleine walvis is wat actiever en het geeft dan ook altijd een speciaal gevoel zo’n Bruinvis op de Oosterschelde waar te nemen.
Meestal als je hem niet verwacht, glijdt opeens een grote rakker voorbij. De plaatsen waar we deze dieren vooral zagen waren ’t Zijpe en voor Zierikzee. In juni van dit jaar hebben we voor het laatst een exemplaar gezien vlak voor de Krabbenkreek.
Helaas is de kans om deze sensatie te beleven snel kleiner geworden. Het aantal Bruinvissen loopt sterk af. Indirect heeft dat te maken met de opkomst van de Japanse Oester die de plankton wegkaapt en daarmee de visstand onder druk zet.
Japanse Oester
Ook nog onlangs een Bruinvis op de Oosterschelde gezien?
Lees net dat in tegenstelling tot de bruinvis, de haai oprukt rond de Delta-werken. De hondshaai, gevlekte haai en de ruwe of gladde haai wordt steeds vaker gesignaleerd. Oorzaak is het warme klimaat. De dieren zijn niet gevaarlijk en kunnen wel 2 meter lang worden. Kwestie van tijd en ze komen ook steeds vaker voor in de Oosterschelde!